Vannochtend vertrok ik iets eerder dan anders lopend richting het ziekenhuis. Ik zag er een beetje op, de kou, de wind en de sneeuw maar vol goede moed dik ingepakt ging ik toch op weg. Wat was de wereld mooi, zo wit en vooral nog zo stil. De wind blies de sneeuw in mijn gezicht, het voelde koud maar hoe gek het ook klinkt, ik voelde dat ik leefde. Mijn sjaal sloeg ik nog een keer om mij heen om zo mijn oren te beschermen. Na een wandeling van driekwartier was ik daar. Het was druk, of eigenlijk een beetje een chaos maar dat kwam vast door de sneeuw. Mensen die slecht te been zijn, hadden moeite om te lopen naar de ingang, een auto die net iets te hard de draai maakte maar nog net niet de grip verloor en een fietser die probeerde om zonder uit te glijden het fiestenhok te halen. Bij de draaideuren was er alleen nog maar de restjes van de sneeuw zichtbaar, één natte bruine bende. Ik stampte mijn voeten, stopte mijn handschoenen in de tas en liep richting de afdeling gynaecologie. In de deuropening stond mijn gynaecoloog net een naam van een ander stelletje te roepen. Hij was zo aardig om mijn kaartje aan te nemen. Ik nam plaats in de wachtruimte, deed mijn sjaal af, opende mijn jas en zette mijn telefoon uit.
De wachtruimte was veranderd, of eigenlijk is er meer dan alleen dat veranderd. Het was rustiger, voelde prettiger en er was meer overzicht. Ik zag een schattig, hoogblond meisje met prachtige krullen. Ze kwam naast mij zitten en even hadden we een gesprekje. Al enige tijd zat ze in de wachtkamer en ze had inmiddels al de kat uit de boom gekeken. Ze zat vol energie en daarom besloot ze een aantal rondjes te rennen. Haar vader die het geen goed idee vond, een beetje rood werd en het duidelijk probeerde te maken aan zijn dochter. Even was daar haar twijfel maar ze vond zelf dat ze het voorzichtig doen, ze keek immers toch goed uit? Ik merkte dat ik glimlachde, het meisje nog zo klein maar helemaal haar zelf. Zonder op te letten of na te denken wat een ander van haar of haar gedrag vind. Ze vulde haar tijd met wat ze graag zelf wilde doen zonder te doen wat er eigenlijk van je wordt verwacht in een wachtruimte maar wel met respect naar nog meer wachtenden. Haar vader was blij toen ze eenmaal stopte met rennen en weer naast mij kwam zitten. Er stond een leuk poppenhuisje alleen zonder poppen. Net toen ze zoet was, werd ze geroepen. Even dacht ik hoe ik zou hebben gereageerd als dat mijn dochter was, zou ik haar afremmen of laten gaan? Zou ik mij hetzelfde voelen als die vader? Nog voordat ik een antwoord heb geroepen, hoor ik mijn naam. Niet veel later zit ik voor hem in zijn kantoortje. We hebben heel wat te bespreken maar ik weet duidelijk mijn antwoord; Ik wil niet opgeven. Telkens zie ik het meisje voor mij, vasthoudend aan haar zelf en nu zit ik hier vasthoudend aan mezelf. Nog maar een keer een inwendige echo, inmiddels ben ik er al aangewend. Wat ben ik blij na het zien van een prachtig ei, mijn lichaam gaat gewoon door. Voor donderdag ben ik al ingepland voor onze zesde IUI behandeling mocht de test woensdag negatief zijn dan moet ik als nog donderdag komen maar dan voor een echo en gesprek. Als blijkt dat mijn cyclus nu weer niet regelmatig is en/of mijn ei niet snel genoeg groeid dan gaan we beginnen met hormonen. Als de test wel positief is dan ziet hij geen reden om met hormonen te beginnen. We maken een afspraak, hij geeft niet op en ik geef niet op. Ik geef hem een hand en bedank hem. Tot donderdag!
Ik pak mezelf weer in en ik kijk er naar uit om te wandelen, om naar huis te gaan. Voor mij zie ik een koppel met een baby helemaal ingepakt op de slee. De vader geniet, samen genieten ze van waarschijnlijk het mooiste van hun samen. De baby met zijn armpjes opzij, zakt steeds verder onderuit. Samen zetten ze hem weer goed om het ritje voort te zetten. Ik haal hun in, even kijken we elkaar aan, de moeder heeft een prachtige stralende lach en de ogen van vader glinsteren als sterren. Heel even droom ik weg van het idee dat 'Moffel' en ik daar lopen. 'Moffel' die de slee trekt met ons kindje erop. Mijn hart begint te gloeien.
Bijna thuis zie ik een groep puber jongens. Al lopend van school naar de supermarkt, gooien ze sneeuwballen met en naar elkaar. Ze hebben plezier. Heel even kijken ze me aan en stoten ze elkaar aan totdat ik hoor dat ik te oud ben. Ik schiet hardop in de lach, ik te oud? Meestal word ik jonger geschat maar deze jongen heeft het goed, ik ben te oud. Hoewel er vaak negatief word gepraat over de jeugd van tegenwoordig zie ik ook veel goeds. Het is de toekomst en zijn we niet allemaal jong geweest? Net voordat ik de bocht om loop zie ik die jongen roepend naar een oude dame dat daar een afstapje zit. Nog net kan ze zich erop instellen voordat ze de afstap neemt. Terwijl ik mijn huis al zie, hoor ik ze nog plezier maken. Voordat ik de deur open doe kijk ik nog één keer om, nog één keer adem ik diep in en uit en dan draai ik het slot open. Ik ben thuis!
Niet veel later gaat de telefoon, mijn 'Moffel'. Vol levenslust vertel ik het gesprek. Ik heb gezien, gevoeld en genomen. Ik leef, ik ga weer leven, ik ga weer met mijn leven doen wat ik wil. Vol goede moed en vol met levenslust ga ik weer voor ons kindje. Diep in mijn hart heb ik gevoeld, mijn hart begon te gloeien en ik laat het er weer zijn. De wens is te groot, de pure liefde van mij van ons is te groot en we hebben zoveel te geven en te bieden.
Of het nou de winterkriebels zijn, liefdeskriebels of moederkriebels, het kriebelt!Wees welkom lief kindje, wanneer jij daar klaar voor bent.
Liefs Piertje
reacties (0)